1. De Overheid stimuleert milieuvriendelijker rijden, maar kiest vooral voor elektrisch rijden. Terwijl dat problemen oplevert en er alternatieven zijn.
Een elektrische auto stoot geen broeikasgassen en stikstofdioxide uit. Daarom stimuleert de overheid elektrisch rijden. Maar is dat elektrisch rijden wel zo schoon? Ook een elektrische auto stoot CO2 uit. Bij het bouwen van een elektrische auto wordt een enorme hoeveelheid CO2 uitgestoten. De productie van een auto kost ongeveer 7 tot 10 ton CO2. Reken hier nog zo’n 9 ton bij en je hebt ook de accu geproduceerd.
Door de uitstoot tijdens het produceren van een accu is de milieu-impact van een nieuwe elektrische auto in de showroom groter dan die van een brandstofauto. Doordat de elektrische auto per gereden kilometer echter minder CO2 uitstoot, loopt hij deze achterstand gestaag in en komt er een kantelpunt.
Vanaf dat punt heeft de elektrische auto de hogere CO2-uitstoot tijdens de productie teniet gedaan met een lagere uitstoot tijdens het rijden. Na hoeveel kilometer dat kantelpunt komt, is van veel variabelen afhankelijk.
TNO becijferde voor een middelgrote auto dat dit op circa 39.000 kilometer ligt. Aangezien de gemiddelde levensduur van een auto zo’n 220.000 kilometer bedraagt, heeft de elektrische auto onder de streep 35 tot 55 procent minder CO2-uitstoot dan een vergelijkbare benzineauto.
2. De FEHAC vindt dat klassieke voertuigen (zowel auto’s als motoren en bromfietsen) wel degelijk schoon kunnen blijven rijden en daarom in originele staat behouden moeten blijven. Het is niet voor niets mobiel ERFGOED.
Zijn er alternatieven die én milieuvriendelijk zijn én het elektriciteitsnet niet belasten? Jazeker!
Al geruime tijd is de FEHAC, de Federatie van Historische Automobiel- en Motorfietsclubs betrokken bij de ontwikkeling en promotie van synthetische brandstoffen, de zg. e-fuels.
3. Natuurlijk zijn Oldtimers wat minder schoon dan de modernste voertuigen. Dat zal niemand ontkennen. Maar laten we die emissie in perspectief plaatsen.
Oldtimers rijden gemiddeld slechts 1700 km per jaar en dat is slechts 0,2% van het totaal aantal auto kilometers. Een derde van het mobiele erfgoed rijdt helemaal niet en staat gewoon mooi te wezen. Daarmee zijn ze al schoner dan Elektrische auto’s.
E-fuels zijn schone brandstoffen waardoor oldtimers gewoon in de binnensteden en dorpscentra kunnen blijven rijden. Mensen houden van klassieke auto’s. Niet voor niets zijn er jaarlijks veel shows en toertochten. Ieder jaar is er het Concours d’Elegance op Paleis Soestdijk en een prachtige autoshow in Maastricht. Mobiel erfgoed is alleen mobiel erfgoed als het origineel is. Het ombouwen van Oldtimers naar elektrisch aangedreven voortuigen is voor de Federatie van Historische Automobiel en Motor Clubs, FEHAC, dan ook uit den boze.
4. Dat wil echter niet zeggen dat de FEHAC geen voorstander van een schoner milieu is.
De FEHAC vindt wel dat het anders kan en moet. De wetenschap staat niet stil en de ontwikkeling van synthetische brandstoffen waar (klassieke) auto’s, motoren en ook bromfietsen ’schoon’ op kunnen rijden maakt het ook mogelijk om de wereld van de fossiele brandstoffen af te krijgen zonder alles te elektrificeren.
De FEHAC zet, samen met haar (business) partners en onderzoeksinstituten, in lobby en praktijk sterk in op de introductie van ‘schone’ brandstoffen voor het mobiele erfgoed: de zg. e-fuels.
5. Wat zijn e-fuels?
- SYNTHETISCHE BRANDSTOFFEN
Op die vraag geeft TNO antwoord met de resultaten van een onderzoek dat recentelijk werd gepresenteerd en waarbij 26 bedrijven en instellingen uit de logistieke en chemische sector waren betrokken.
Het laat zien dat e-fuels een belangrijke rol kunnen gaan spelen bij het vervoer van de toekomst. ‘E-fuels’ staat voor: synthetische brandstoffen die zijn geproduceerd met elektriciteit, zoals synthetische methanol, diesel, LNG (liquefied natural gas) en kerosine.Stuk voor stuk zijn dit brandstoffen die nu nog worden gemaakt op basis van minerale olie- en gasproducten die uit de grond worden gehaald. Oliebedrijven zetten die in grote raffinaderijen om in verschillende producten.
- GROTE ELEKTROLYSE-APPARATEN
Het maken van e-fuels gaat heel anders, zoals te zien is in onderstaande figuur. Het proces begint met duurzame elektriciteit, opgewekt door windmolens of zonnepanelen (of naar smaak met aardwarmte of kernenergie). Die groene stroom gaat naar grote elektrolyse-apparaten die water ontleden in waterstof en zuurstof.
De waterstof gaat door naar een fabriek waar de synthese plaatsvindt met CO2 tot de verschillende synthetische koolwaterstoffen: e-methanol, e-diesel, e-LNG en e-kerosine. Via een soortgelijke route — maar dan met stikstof in plaats van koolstof — is e-ammoniak te produceren. - E’TJE IN DE NAAM
Deze brandstoffen hebben dan wel een e’tje in de naam (van ‘elektriciteit’), maar ze verschillen niet wezenlijk van hun fossiele broertjes. Of de ketens van koolstof- en waterstofatomen nu in de fabriek worden gemaakt, of zijn ontstaan doordat organisch materiaal miljoenen jaren onder de grond zat, dat maakt niet uit. ‘Voor het molecuul maakt het niet uit waarvan het gemaakt is’, zei TNO-onderzoeker Richard Smokers gisteren in een webinar. ‘Neem e-kerosine, dat is vaak zelfs beter dan fossiele kerosine, het heeft betere eigenschappen.’ Met een molecuul als waterstof, dat geen koolstof bevat, wordt helemaal geen CO2 uitgestoten. - MAASVLAKTE 2
TNO heeft ook gerekend aan de productiecapaciteit van dergelijke e-fuels. Als Nederland ervoor kiest om alle e-fuels die nodig zijn voor zwaar transport in eigen land te produceren, dan is daarvoor naar schatting jaarlijks meer dan 2000 Petajoule (1.000.000.000.000 kilojoule) aan elektriciteit nodig. Dit vergt windparken op een behoorlijk deel van de Nederlandse Noordzee. En alle fabrieken die met die stroom de e-fuels produceren, zouden een oppervlakte in beslag nemen van 60 procent van Maasvlakte 2, bij Rotterdam. - ALGEMEEN. E-fuels worden gemaakt uit waterstof. Dat gebeurt door ‘elektrolyse’ van water, vandaar de letter ‘e’. De waterstof die daaruit verkregen wordt, moet worden samengevoegd met stoffen die worden gehaald uit CO2 uit de lucht. En dat is heel bijzonder, want dat betekent dat de productie van deze e-fuels zelfs zorgt voor afname van het broeikasgas CO2! Geen andere brandstof doet dat. De NOVE (Nederlandse Organisatie Voor de Energiebranche) ziet daarom veel kansen in deze e-fuels en verwacht dat ze de komende jaren een grote rol gaan spelen in de energietransitie. E-fuels kunnen overigens ook als zelfstandige brandstoffen toegepast worden.
Bronnen:
-
- https://www.fehac.nl/
- https://www.deingenieur.nl/
- https://www.nove.nl/
- https://wezijngoedopweg.nl/
- https://autorai.nl/